12-01-2009

Na 20 jaar


Vorige week schreef ik over herinneringen die pijn uit het verleden opriepen. De laatste 20 jaar zat dat bij mij op het schaatsen. Zodra iedereen last had van de Elfstedenkoorts, begon bij mij de onrust om smoesen te verzinnen waarom ik niet op de schaats zou gaan. Vroeger was ik een enthousiast schaatser. Als kind schaatste ik wekelijks op de plaatstelijke ijsbaan. Later verruilde ik de ijshockeykicks voor echte hoge noren. Tot het moment waarop ik 20 jaar geleden een tocht op natuurijs heb gereden en samen met mijn moeder en buurjongen een wak in schaatste. We maakten hachelijke momenten mee, omdat niet iedereen makkelijk uit het koude water wist te komen. Sindsdien was de lol er een beetje af. Iedere keer als er ijs lag, dan staarden die Noren me aan en kostte het me veel energie om mezelf te overtuigen dat ik toch echt niet hoefde. Dit weekend is daar verandering in gekomen. Het enthousiasme van de kinderen van mijn vriendin, die nieuwe schaatsen hadden gekregen, wist mij uit de tent te lokken. Zaterdag stapte ik wiebelend op de Vliet op de lange ijzers. Het duurde niet lang of ik zwierde weer van het ene been op het andere been. Van de blauwe brug naar de Vlietlandbrug en terug. Natuurlijk nog wel wat voorzichtig, maar er was ruimte om de dia van het natte pak te verwisselen voor zon, zwart ijs, koek en sopie en gezelligheid. Weer een knoop minder en meer ruimte en lichtheid in mijn systeem.

Geen opmerkingen: