Saté of Sateh
Het was in 1992 toen ik bij een fabriek ging werken waar ze satésaus maakte. Als ik thuis kwam bij mijn ouders en sprak over mijn eerste werkervaring corrigeerde mijn vader mij meteen over mijn uitspraak, het is niet satésaus, maar satehsaus. Wat is het verschil? In elk geval de klemtoon en duizenden kilometers. Mijn vader is nl. opgegroeid in Indonesië. En daar zijn de sateh's toch heel anders dan in Nederland. Gisteravond vond ik het geweldig toen ik van mijn vader de complimenten kreeg over mijn sateh's.
Die maak je nl. niet van hamlappen of kip, maar van schouderkarbonade. De afmetingen van de vleesblokjes zijn de helft van de brokken die je gebruikelijk bij de Nederlandse restaurants krijgt. En dan het bakken, een vak apart: tegen het zwarte aan, knapperig, gosong zoals ze dat in het Bahasa noemen.
Uiterlijk ben ik een echte kaaskop, maar in het hart voel ik me toch een beetje pinda!
Recept:
1 kg schouderkarbonade uitgebeend en in kleine blokjes gesneden (1 x 1 cm)
satestokjes
Marinade:
ketjap
citroensap
suiker
gembersiroop
knoflook
djinten (komijn)
ketoembar (coreander)
paprika
sambal of spaanse pepers
zout
peper
Marineer het vlees bijvoorkeur gedurende 24 uur. Rijg de sateh's en bak ze op de BBQ. Eet smakelijk!
1 opmerking:
die twee belanda's hebben ze toch behoorlijk gosong gekregen op kaaskoppenwijze...
Een reactie posten