09-07-2007

Structuur en vrijheid: een paradox?

De afgelopen weken volgde ik Wimbledon op de voet. Ik blijf het mooi vinden om te zien hoe topsporters zich opladen. Wat maakt dat mensen boven zichzelf uitstijgen. Jan Siemerink verwoordde het in zijn commentaar treffend: hoe beter het de tenniser lukt om zich vast te houden aan rituelen, hoe meer hij bij zich zelf blijft, hoe krachtiger hij is en hoe vrijer hij staat te spelen. Een paar voorbeelden. Marion Bartolli, de Francaise die Michaella Krajicek uit het tournooi sloeg, heeft een heel apart serviceritueel. Ze houdt haar racket op een onmogelijke manier vast, kijkt met priemende ogen naar de tegenstandster en blijft voortdurend in beweging. Keer op keer, het lijkt wel een robot. Zodra zij dat gevoel niet meer kon vasthouden en de tegenstandster nog meer intimidatie ten toon spreidde, moest zij buigen. En dat was hetgeen wat Venus Williams deed, zo hard kreunen en steunen, dat het Marion uit haar spel haalde.
Rafael Nadal pept zichzelf op door bij de service de bal meerdere keren te laten stuiteren, na elk punt zijn handdoek te pakken en steeds weer dat vuistje.
Roger Federer valt op door zijn ingetogenheid. Maar één ding hebben allen gemeen: het vasthouden aan rituelen, is de weg naar vrijheid.
Dat zette mij aan het denken. Al jaren ken ik van mijzelf het vrijheidsthema. Vrijheid zie ik vaak voor me als iets structuurloos, leven in het moment zonder belemmeringen, doen wat ik wil....... Zo kan ik nog wel even doorgaan. Ineens realiseerde ik me dat ik me eigenlijk het meest vrij voel als ik me ook aan bepaalde rituelen houd. Iedere ochtend mediteren en werken met energie, voor een coaching of extern bezoek even met aurasomaproducten spuiten, een wierookje opsteken en al vind ik het soms lastig om dat toe te geven, het zorgen voor wat meer regelmaat in eten, slapen en opstaan. Het lijkt wel een paradox: eerst zorgen voor structuur om vervolgens de vrijheid te kunnen ervaren.
Welk ritueel doe jij om de vrijheid in jezelf te kunnen ervaren?

Geen opmerkingen: